Grimm

Jacob en Wilhelm Grimm

De sprookjes van Grimm

De sprookjes van Grimm zijn niet weg te denken uit onze samenleving. Tussen de beroemde begin- en eindzinnen ‘er was eens...' en ‘ze leefden nog lang en gelukkig' spelen zich talloze avonturen af waarin hordes kabouters, kwaadaardige wolven, toverfeeën en boze stiefmoeders figureren. Maar bijna altijd weet het goede (hoewel soms op het nippertje) het kwade te overwinnen, en kan het kind gerust gaan slapen.

Sinds 2006 is er de nieuwe Grimm: een uitvoering die oogt als een prentenboek; een boek waarmee kinderen niet alleen kunnen wegdromen bij de betoverende verhalen, maar waarin ook op iedere pagina een illustratie te zien is, waarbij geen twee prinsessen hetzelfde zijn en ieder sprookje zijn eigen sfeer heeft.

Voor deze bijzondere uitvoering maakte Charlotte Dematons honderden fullcolour illustraties - soms paginagroot, een geheel vormend met de tekst, soms kleine miniatuurtjes die losjes door de sprookjes zijn gestrooid.

Ria van Hengel maakte een geheel nieuwe vertaling van de complete oorspronkelijke Duitse uitgave, waarbij zij erin geslaagd is de sprookjes op een heldere, toegankelijke manier te verwoorden zonder dat de rijke beeldtaal van de oorspronkelijke tekst verloren is gegaan.

Formaat: 27,0 x 20,3 cm | gebonden | prijs: € 39,99 | isbn: 9789056375287 | nur: 277
Jacob en Wilhelm Grimm

Auteur

Jacob en Wilhelm Grimm

Jakob (Duitsland, 1785-1863) en Wilhelm (Duitsland, 1786-1859) zijn de samenstellers van de beroemdste sprookjesverzameling ter wereld. De twee delen met Kinder- und Hausmärchenverschenen in respectievelijk 1812 en 1815. De broers, geboren in Hanau, studeerden beiden rechten maar profileerden zich vooral op taal- en letterkundig terrein. Ze publiceerden wetenschappelijke edities van bijvoorbeeld het Hildebrandslied en begonnen in 1852 met het Deutsches Wörterbuch, dat pas in 1960 postuum voltooid werd. Onder invloed van de denkbeelden van de Romantiek gingen de broers op zoek naar de wortels van het Duits, naar de natuurlijke, onbedorven vormen van taal en literatuur. Bij oude mensen, familie, kennissen, vrienden en in herbergen verzamelden ze volksverhalen, sprookjes, sagen en legenden. Een belangrijke bron voor de sprookjes is Frau Viehmann geweest, een boerin uit Niederzwehrn, een dorp bij Kassel. De kern van de verhalen lieten de broers intact, maar ze noteerden ze in hun eigen stijl. Hoewel bedoeld als wetenschappelijke verzameling, hadden de sprookjes vanaf het begin veel succes bij kinderen. Vanwege de kritiek op het wrede en seksuele karakter van sommige sprookjes paste Wilhelm de tweede druk qua verteltrant sterk aan. Sprookjes als ‘Roodkapje', ‘Doornroosje' en ‘De gelaarsde kat' vindt men ook bij Perrault. Bron: Encyclopedie van de jeugdliteratuur, onder redactie van Jan van Coillie, Joke Linders, Selma Niewold, Jos Staal, uitgeverij De Fontein

Meer over Jacob en Wilhelm Grimm
Charlotte Dematons

Illustrator

Charlotte Dematons

Charlotte Dematons groeide op in Normandië, waar ze tweetalig werd opgevoed. Na haar middelbare school in Frankrijk ging ze naar de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, waar ze zich specialiseerde in illustreren en ontwerpen. Tijdens de tentoonstelling van de eindexamenkandidaten werd haar werk opgemerkt door de uitgever van Lemniscaat. Hij gaf haar een opdracht voor het maken van een prentenboek. Dat werd ‘Dido’, haar debuut als prentenboekenmaakster. Sindsdien maakt ze voor veel uitgeverijen en tijdschriften illustraties en prentenboeken, waaronder diverse sprookjesboeken en de drie kijk- en zoekboeken van formaat ‘De gele ballon’, ‘Nederland’ en ‘Sinterklaas’. Dematons’ illustraties hebben vaak een sprookjesachtige sfeer en vallen op door de vele details. Voor ‘De sprookjes van Grimm’ ontving Charlotte Dematons de Zilveren Penseel 2006, en ‘Sinterklaas’, waarvan binnen vier jaar al meer dan 100.000 exemplaren werden verkocht, werd in 2008 bekroond met een Gouden Penseel.

Meer over Charlotte Dematons

Vertaler

Ria van Hengel

Ria van Hengel vertaalt sinds 1963. Aanvankelijk vertaalde zij non fictie-werk van schrijvers als Martin Buber, Dorothee Sölle, Sebastian Haffner, Norbert Elias en Carl Gustav Jung, en vanaf de jaren tachtig concentreert zij zich op Duitse literatuur. Zij vertaalde werk van klassieke schrijvers als Goethe, Novalis, Kleist en Nietzsche , en van hedendaagse schrijvers als Marlen Haushofer, W.G. Sebald, Martin Walser, Friedrich Dürrenmatt en de Nobelprijswinnaars Elfriede Jelinek en Herta Müller. Ook vertaalde ze jeugdliteratuur van onder anderen Janosch, Käte Recheis en de gebroeders Grimm, en poëzie van Heine, Sebald, Hans Arp en Jan Wagner. In 1999 werd zij met haar vertaling van Jelineks ‘De kinderen van de doden’ genomineerd voor de Europese Aristeionprijs, in 2006 kreeg ze een Zilveren Griffel voor haar vertaling van ‘De sprookjes van Grimm’, en in 2007 ontving zij voor haar hele vertaaloeuvre de Martinus Nijhoff Vertaalprijs.

Meer over Ria van Hengel