Robin Raven
Biografie
Verhalen vertellen is het leven vertellen! Robin Raven (1962, Haarlem) is een kind van Indische ouders. Hij werkte na de studies Pabo en Theologie jarenlang op de basisschool en in het speciaal onderwijs. Zijn onderwijscarrière sloot hij af als opleidingsdocent op de Pabo Marnix Academie in Utrecht. Vanaf 2011 is hij fulltime verhalenverteller en schrijver van artikelen, dictees, columns, recensies, jeugdboeken en romans. Ook schreef hij mee aan teksten voor familietours van het Rijksmuseum in Amsterdam (oa de tentoonstellingen Slavernij en Revolusi!). In 2011 was hij verteller in een aflevering van Het Klokhuis over de vrijmaking van Indonesië.
Meer over Robin Raven
Interview
Wil je meer weten over deze maker? Lees hier het interview!
Dat mijn broer en ik heel vaak bij onze grootje waren in Bennebroek. Grootje woonde in een oud huis met een supergrote tuin waarin ze elke groente- en fruitsoort kweekte die je maar kan bedenken: wortels, bonen, sla, aardbeien, kruisbessen, appels, kersen, etc. Daar komt mijn liefde voor groente en fruit ook vandaan!
Daarnaast bakte ze de lekkerste taarten ooit. Als ik nu terugdenk aan de chocoladetaart met laagjes, begin ik spontaan te kwijlen. Grootjes wijsheden, haar huis en tuin waren een veilige haven voor mij en hoewel ze allang overleden is, denk ik nog vaak aan haar.
Dromen. Ik kon mijzelf uitstekend vermaken. Nog steeds, trouwens. Volgens mijn moeder kon ik uren alleen zijn.
Dat ik de kracht zou hebben om het negatieve humeur van mensen te veranderen. Zomaar, met een toverstokje of zo.
Teksten schrijven voor het Rijksmuseum in Amsterdam was heel spannend. Maar ook spannend was het schrijven van de dictees voor de steden Almere en Heiloo. Die moet je dan ook presenteren en uitleggen voor een hele grote groep mensen, waarvan er altijd een paar gaan mekkeren (in zo’n situatie zou dat toverstokje goed van pas komen). Verder is elk nieuw boek altijd weer spannend: gaat het lukken?
Ik ben schrijver en huisman. Mijn leven speelt zich dus grotendeels thuis af. Natuurlijk zijn er veel regeldingen, zogenaamde ‘moetjes’, maar op een ideale dag schrijf ik minstens één bladzijde van een nieuw verhaal en heb ik genoeg tijd gehad om onderzoek te doen (naast de afwas, het kleren wassen en opvouwen, stofzuigen, hond uitlaten en boodschappen doen).
Curaçao en Indonesië zijn topfavorieten, maar vakanties in Nederland en Europa zijn ook leuk. De Waddeneilanden bezoeken bijvoorbeeld. Laatst gingen we logeren in een oude wachttoren van de kustwacht in Den Helder. Dat was magisch! Toen mijn dochter nog in Tsjechië studeerde, maakten we een roadtrip door Oost-Europa om haar te bezoeken. Prachtig!
Ik ben dol op het werk van Harry Mulisch. Zijn De ontdekking van de hemel lees ik elk jaar weer opnieuw. Net als De verborgen geschiedenis van Donna Tartt. Daarnaast vind ik de verhalen van Jacques Vriens over meester Jaap ook klassiek. Verveelt nooit! En het werk van Thea Beckman en Jan Terlouw. Heerlijk, boeken die ergens over gaan!
Hm, dat is een moeilijke. Ik kan me niet herinneren dat ik ooit heb gehuild om een boek. Wel werd ik steeds sipper wanneer ik de laatste pagina’s van een leuk boek begon te naderen. Steeds maar kijken: hoeveel heb ik nog, hoeveel heb ik nog?
Een slechterik die uiteindelijk zo slecht nog niet blijkt te zijn. Om zo iemand neer te zetten, moet je verrekt goed kunnen schrijven.
Moeilijk… Ik vind de boeken van Pieter Koolwijk altijd wel erg leuk en zinnig. En Bies van Ede heeft veel fantastisch werk afgeleverd.
Rond het jaar 2000 (ik was 38 en stond als meester voor groep 8) ontstond bij mij voor het eerst het gevoel van: ik wil schrijver worden.
Ik ging aan de slag en schreef het boek Gratis voor een kus. Nooit gepubliceerd, maar wel een beginnetje. Ik noem het altijd maar de warming-up van mijn schrijverscarrière. Je moet ergens beginnen!
Van enthousiaste mensen. Gesprekken die ergens heen gaan. Rare vragen die zich niet snel laten beantwoorden.
Bies van Ede is voor mij altijd een groot voorbeeld geweest. Zijn enthousiasme, maar vooral zijn fabelachtige inzicht in wat wel en niet goed is, verbaast en inspireert me altijd weer. Hij is voor mij een echte leermeester. Daarnaast heb ik veel respect voor Jacques Vriens. Elke keer als ik hem ontmoet (en dat is helaas niet zo vaak) is hij zo vriendelijk en open.
Niet te veel zooi op mijn bureau, alleen de aantekeningen die ik nodig heb. En het liefst een leeg huis zodat ik niet word afgeleid.
Ik geloof niet in een schrijversblok. Ik zou ook niet weten hoe dat voelt.
Ooit kreeg ik (en anderen met mij) een opdracht van Staatsbosbeheer om een spannend jeugdverhaal te schrijven over de Schoorlse Duinen. Dat zou een soort serie moeten worden, waarbij allerlei natuurgebieden in Nederland aan bod kwamen. Afijn, ik had een synopsis, was zelfs al op hoofdstuk vier, maar toen werd het hele project afgeblazen. Gelukkig kreeg ik nog wel betaald voor de gedane arbeid.
Dat je zoveel leuke mensen ontmoet. Schrijvers, zangers, acteurs, illustratoren, uitgevers. Vormgevers, pr-mensen, noem maar op. Het is heel veelzijdig.
Naast de Pabo heb ik ook Theologie gestudeerd, vandaar mijn interesse in het fenomeen ‘Jezus’. Overigens ben ik godsdienstwetenschapper, dat betekent dat ik niet verbonden ben aan een religieus genootschap. Zou ik ook niet kunnen, want in alle religies en geloofsrichtingen op deze aardbol zijn mooie en minder mooie dingen te vinden.
Ik zou nog heel graag een jeugdboek over Jezus willen schrijven. Maar dan geen boek dat de geijkte paden bewandelt, maar een boek dat omschrijft wat er werkelijk in de vier evangeliën (de verhalen over Jezus) staat. De traditie heeft die verhalen in de loop der eeuwen zo stevig ‘aangekleed’, dat je nu in kinderbijbels vaak dingen tegenkomt waarvan ik denk: hoe komen ze erbij? Voorbeelden? Er waren bij Jezus’ geboorte bijvoorbeeld geen os en ezel in de stal, het was trouwens helemaal geen stal, maar een onderhuis. Er waren geen drie wijzen, er worden geen aantallen genoemd en het waren ook geen koningen, maar magoii (astrologen). En tenslotte zijn hun namen (Balthasar, Caspar en Melchior) er in latere jaren bij verzonnen. En zo kan ik nog wel uren doorgaan. Ik zie het boek al helemaal voor me! Maar ja, wie durft het uit te geven? Haha.
Wat ik heel fijn vond was dat de actrice, schrijfster en zangeres Wieteke van Dort, die in 2024 is overleden, het eerste exemplaar in ontvangst nam van mijn debuut De vloek van Pak. Mijn ouders waren erbij en Wieteke heeft heel veel betekend voor de Indische gemeenschap. Voor mijn ouders was Wieteke royalty. De ontmoeting tussen die drie was voor mij een absoluut hoogtepunt uit mijn schrijversleventje.
Het leven is een vreemd verhaal, maar het overkomt ons allemaal (en iets van historisch besef)!
Bekijk alle makers
Benieuwd naar de auteurs, illustratoren en vertalers die verbonden zijn aan Uitgeverij Lemniscaat? Wij stellen ze graag aan je voor!