Michael Boele van Hensbroek
Biografie
Michaël Boele van Hensbroek (1961) groeide op als jongste van negen in een gezin waar verhalen en kinderboeken het gezinsleven kleur gaven. Hij werd kinderarts/onderzoeker en leefde en werkte vele jaren in Afrika, waar zijn werk hem veel mooie, bijzondere en soms ook heel verdrietige momenten deed meemaken. Wat met de paplepel was ingegoten, kwam er weer uit toen hij zelf kinderen kreeg en hij op lange reizen door Afrika samen met hen verhalen verzon en vertelde. Een van die verhalen zou uiteindelijk de basis vormen voor zijn eerste jeugdboek, De Witte Ruimte. In zijn nieuwe boek vormen zijn ervaringen als kinderarts, onderzoeker en verteller de basis voor een bijzonder, bijna futuristisch verhaal.
Michael Boele van Hensbroek schreef de boeken
Interview
Wil je meer weten over deze maker? Lees hier het interview!
29 september 1961 in Rotterdam als jongste in een gezin met negen kinderen.
Moeilijk te zeggen, er zijn er zoveel. Misschien het helpen als zevenjarige met het ophogen van de tuin met blubber gebaggerd uit de Bergse plassen. Je stond soms tot je middel in de blubber en als je omviel werd je helemaal een blubberkind. Het was dus de truc je broer of zus om te duwen en zelf te blijven staan.
Het terugzetten van de tijd met zoiets als de ‘time turner’ van Hermione Granger in Harry Potter. Kan ik als ik weer eens iets stoms heb gedaan of gezegd dit corrigeren of kan ik als ik iets leuks heb meegemaakt het weer opnieuw meemaken.
Een hangglider-cursus van een week doen in Engeland terwijl ik wist dat ik heel veel last heb van hoogtevrees. Was, zoals ik vooraf had kunnen bedenken, niet echt een succes.
Doordeweeks: zes uur opstaan en dan op de afdeling van het Emma Kinderziekenhuis werken als kinderarts en als opleider van kinderartsen in de leer.
In het weekend: uitslapen tot wel zeven uur en dan de hele dag projectjes bedenken en uitvoeren in en rond het huis terwijl ik luister naar voetbalverslagen op de radio.
Malawi. Een supermooi land in het zuidelijke deel van Afrika. Er wonen veel hele aardige mensen, er zijn supermooie en -hoge bergen om te beklimmen en wildparken met leeuwen, olifanten, krokodillen en giraffen.
Koning van Katoren van Jan Terlouw.
Levende bezems van Lisa Tetzner, voorgelezen door mijn moeder die meehuilde.
Severus Snape, de dark arts teacher in de boeken van Harry Potter.
Geef me de ruimte van Thea Beckman.
Heksen van Roald Dahl. Hij kan fantasie, humor en griezelen heel mooi combineren in zijn super-verhalen.
Ik ben als kind heel veel voorgelezen door mijn moeder. Als jonge vader vertelde ik verhalen aan mijn kinderen tijdens de lange autovakanties in de tijd dat we in Afrika woonden. De kinderen bedachten de hoofdpersonen en ik vertelde een verhaal met die hoofdpersonen dat ik ter plaatse bedacht.
Het is een kerstverhaal dat zich afspeelt in Schotland waarbij vier kinderen uit één gezin worden opgezogen in een doedelzak via een van de pijpen en ze kleine mensjes worden en gevangen worden genomen. Ze komen terecht in het poppenhuis van een eenzaam verwend meisje dat met hen wil spelen, maar al snel genoeg van ze krijgt. Het is bijna Kerstmis en de vier kinderen willen heel graag naar huis, de kerstboom en hun ouders. Ze bedenken een plan. Maar ze moeten ook weer zien te groeien. Gaat dat lukken?
Over een nieuwe wereld in een uithoek van ons sterrenstelsel waar ontsnapte aardbewoners (vluchtelingen) naartoe gaan omdat wij mensen onze aarde zo hebben toegetakeld dat je er niet meer kan leven. Maar die nieuwe wereld is niet echt gemaakt voor mensen. Gaat het lukken?
Een beetje fantasie.
Bekijk alle makers
Benieuwd naar de auteurs, illustratoren en vertalers die verbonden zijn aan Uitgeverij Lemniscaat? Wij stellen ze graag aan je voor!