Michaël Boele van Hensbroek (1961) groeide op als jongste van negen in een gezin waar verhalen en kinderboeken het gezinsleven kleur gaven. Hij werd kinderarts/onderzoeker en leefde en werkte vele jaren in Afrika, waar zijn werk hem veel mooie, bijzondere en soms ook heel verdrietige momenten deed meemaken. Wat met de paplepel was ingegoten, kwam er weer uit toen hij zelf kinderen kreeg en hij op lange reizen door Afrika samen met hen verhalen verzon en vertelde. Een van die verhalen zou uiteindelijk de basis vormen voor zijn eerste jeugdboek, De Witte Ruimte. In zijn nieuwe boek vormen zijn ervaringen als kinderarts, onderzoeker en verteller de basis voor een bijzonder, bijna futuristisch verhaal.