Jorine Lamsma
Biografie
Als kind vond Jorine het belachelijk dat kinderboeken altijd worden geschreven door volwassenen. Daarom besloot ze op haar negende een kinderboek te schrijven. Helaas had ze het erg druk met andere bezigheden, waardoor het manuscript onvoltooid bleef – en verloren ging.
Een decennium of vierenhalf later dook het oude idee voor een kinderboek weer op, maar ja, een kind was ze niet meer. Ging zij ook zo’n belachelijke volwassene worden die kinderboeken schreef? Het gekke was: ze voelde zich nog steeds het meisje van negen. En dat meisje had zin om te schrijven. Dan maar belachelijk.
Meer over Jorine
Interview met Jorine Lamsma
Het lijkt me heel fijn om een superkracht te hebben waarmee ik kon zorgen dat mensen naar elkaar luisteren en elkaar niet veroordelen omdat ze niet dezelfde mening hebben. (Dit klinkt een beetje als het antwoord van het model op de Miss Universe-verkiezing: ‘Wat is je grootste wens?’ – ‘Wereldvrede.’) En dat mensen niet meer denken: alles moet meer en groter. Zulke superkrachten zouden veel ellende in de wereld oplossen, of zelfs de wereld redden. (Ik heb net Kinderen van Moeder Aarde van Thea Beckman gelezen, vandaar.)
Op een gedeelde eerste plaats: mijn rijbewijs halen en een huis kopen. Veel te volwassen voor mij. Inmiddels heb ik al 22 jaar niet meer gereden, en dat huis (het was een zolderkamer, ‘huis’ klinkt veel te serieus) heb ik gelukkig verkocht (ik ben niet dakloos geworden, hoor; ik woon nu gezellig samen in een huurhuis).
Sowieso: zonnig. Verder: thuis op de bank met Albert en Moppie (geliefde en huisdier), beetje werken, beetje lezen, beetje schrijven, filmpje kijken, lekker eten en drinken met vrienden, een wandelingetje of twee (niet per se in deze volgorde).
Timboektoe (zogenaamd; in het echt blijven we stiekem thuis bij Moppie en doen we of we in het buitenland zitten) (het scheelt heel veel gedoe met koffers en reizen en zo).
Onmogelijk om te kiezen… Maar de Madelief-serie van Guus Kuijer vond ik onwijs gaaf (en de rest mag ik zeker niet noemen?) (Ik dacht trouwens dat Guus Kuijer een vrouw was).
We gingen bramen plukken van Doris Buchanan Smith. Wat een rotboek: er gaat een kind in dood. Tot de allerlaatste bladzijde wist ik zeker dat hij weer tot leven zou komen. Ik voelde me zwaar bedrogen. (Hetzelfde bedrogen gevoel kreeg ik op mijn dertigste, toen ik Harry Potter en de halfbloed prins las waarin Perkamentus/Dumbledore sterft. Ik heb een week gehuild.)
Mevrouw en meneer Griezel uit De Griezels van Roald Dahl.
Hoe ik per ongeluk een boek schreef van Annet Huizing (dat boek heeft mij best wel geïnspireerd voor Operatie Cupido, om niet te zeggen dat ik haar idee een beetje gejat heb…).
Luna van Pieter Koolwijk, omdat ik moest huilen tijdens het lezen en omdat ik denk dat zij het ook een heel mooi boek zal vinden.
Via een extreem lange omweg. Eerst schaamde ik me diep voor mijn wens (er zijn zoveel mensen die willen schrijven en er zijn zoveel goede schrijvers en er zijn zoveel boeken – waar haalde ik de arrogantie vandaan om te denken dat ik daar iets aan zou kunnen toevoegen?). Na de middelbare school ging ik Nederlands studeren (heel veel studiegenoten wilden ook schrijver worden, maar ik wilde het in het geniep) en daarna ging ik werken bij uitgeverijen. Ondertussen schreef ik (ook in het geniep).
Van andere boeken, van films, van mijn eigen leven of van het leven van mensen om mij heen.
Heel veel kinderboekenschrijvers zijn rolmodellen voor me, of eigenlijk zijn hun boeken voorbeelden voor mij. Joke van Leeuwen heeft echt grote indruk gemaakt, zo van: zo kun je ook schrijven.
Het helpt enorm als ik van mezelf niet móét schrijven, als ik heel terloops het bestand op mijn laptop open, even lees wat de laatste scène was en dan de draad oppik en verder schrijf.
Voortdurend. Ik probeer vertrouwen te houden: het komt héús wel weer, de schrijfdrang en inspiratie of motivatie.
Een verhaal dat ik toch nog ooit weer wil oppakken. Terug naar de Sassenpoort was de werktitel. Ik ga lekker niet verklappen waar het over ging. Oké dan: over een woongroep in de jaren 70 in Zwolle. Nogal autobiografisch.
Dat Jesse (de uitgever van Lemniscaat) mij belde op een mooie maandagochtend om te zeggen dat ze mijn boek wilde uitgeven! Ik heb gehuild aan de telefoon…
Dat ik bij Lemniscaat terecht ben gekomen, de mooiste en beste en fijnste uitgeverij van Nederland.
Je bent helemaal goed zoals je bent.
Bekijk alle makers
Benieuwd naar de auteurs, illustratoren en vertalers die verbonden zijn aan Uitgeverij Lemniscaat? Wij stellen ze graag aan je voor!