Evy Van Guyse

Biografie

Evy Van Guyse was als kind altijd in de weer met potlood en papier en het is dan ook geen wonder dat ze in die richting doorstudeerde. Ze haalde een bachelordiploma interieurvormgeving en volgde grafische en illustratieve vormgeving aan de Stedelijke Academie voor Schone Kunsten in Sint-Niklaas. Ze debuteerde met het prentenboek Schatkamer, met teksten van Mireille Geus. Ze bleken een gouden duo: daarna volgden Te klein en de twee aangrijpende dichtbundels Papa, ik mis je en Mama, ik mis je. In het voorjaar van 2025 verschijnt het Blaadjesboek, met teksten van Maartje Kouwen.

www.evyvanguyse.com

Interview met Evy Van Guyse

Waar en wanneer ben je geboren?

Ik ben geboren in Beveren (Vlaanderen) op 1 mei 1982. 

Wat is je leukste jeugdherinnering?

Ik woonde in een rustige wijk en onze straat was doodlopend met een leuke speeltuin op het eind. Ik heb geen broers of zussen maar had de liefste buurmeisjes en -jongens met wie ik uren buitenspeelde.

Wat deed je het liefst als kind?

Buitenspelen of tekenen.

Als je een superkracht kon bezitten, wat zou dat dan zijn en waarom?

Ik zou mezelf willen kunnen verplaatsen in een vingerknip: geen dure vliegtickets meer kopen of tijd verliezen in de file. Zoveel mee gewonnen! En ik zou een namiddagje op eender welke bestemming kunnen doorbrengen. Lijkt me heerlijk, en als het tegenvalt, ben je zo weer thuis :)

Wat is het spannendste dat je ooit hebt gedaan?

Helemaal alleen met het vliegtuig op (werk)vakantie. Bleek reuzeleuk te zijn, maar ik had vooraf wel de ergste scenario’s in gedachten.

Hoe ziet jouw ideale dag eruit?

Een ideale dag is een dag met mijn gezin en tijd maken voor elkaar. Samen de tuin of de natuur in, genieten van eerste zonnestralen in de lente, een onverwacht bezoekje of ontmoeting, een fijne babbel. Niets moeten en alles is mogelijk.

Wat is jouw favoriete vakantiebestemming?

Ik wil nog zoveel landen zien dat ik nog nooit naar dezelfde plek op vakantie ben geweest. Ik hou er heel erg van om nieuwe plekjes te ontdekken.

Wat was vroeger je lievelingsboek?

Maar ik wil dansen van Rumer Godden. Het gaat over doorzetten, je hart en passie volgen, soms tegen de wil van anderen in. Ik denk dat ik dit een heel inspirerend verhaal vond.

Om welk boek moest je voor het eerst huilen?

Om welk boek ik eerst huilde, weet ik oprecht niet meer. Boeken die me te binnen schieten waarbij ik gehuild heb, zijn:

Gozert, toen Ties zijn moeder vertelde over Tijs.

En bij Papa, ik mis je, de dichtbundel die ik illustreerde, was ik bij momenten tijdens het illustreren aan het huilen.

Deze zomer op vakantie las ik Bintje van Tuly Salumu en toen zat ik mijn tranen aan het zwembad te bedwingen.

Eerder dit jaar las ik Waar zijn de wolken (pleidooi voor minder zelfzorg) van Suzanne Grotenhuis, daarbij moest ik heel hard lachen en huilen tegelijk.

Het thema dat me raakt en dat me aan het huilen brengt, blijkt meestal wel ‘ouder en kind’ te zijn, bedenk ik me nu.

Wie is je lievelingsslechterik in een boek?

Euh, moeilijk, ik denk dat ik geen boeken lees met slechteriken. Ik kan er geen bedenken.

Welk boek had jij wel willen illustreren?

De kabouterkinderen van Elsa Beskow. Een prachtige prentenboekklassieker met illustraties die ik heel mooi vind. We hebben een heel erg versleten versie in de kast staan en het zou geweldig zijn om dat boek van een nieuw jasje te voorzien. De kleine mensjes die dieren en natuurelementen in een ander perspectief plaatsen lijkt me een leuk thema om in beeld te brengen.  

Welk kinderboek zou jij je beste vriend cadeau doen en waarom?

Dan zou ik gaan voor een prentenboek met heel veel fantasie, waar je uren in kunt blijven kijken omwille van de prachtige illustraties, zoals Dromer van Mark Janssen.

Wanneer wist je dat je illustrator wilde worden?

Vanaf mijn tienerjaren droomde ik ervan illustrator te worden, maar tegelijk dacht ik of was ik ervan overtuigd dat dat nooit zou lukken en dat ik daar geen beroep van kon maken. Dus zei ik dat ik binnenhuisarchitect wou worden.

Hoe heb je dat aangepakt?

Ik ging interieurvormgeving studeren en bleef ondertussen heel veel tekenen, want dat was ontspannend. Op school vonden ze mijn presentaties van de interieurs poëtisch. Toen ik begon te werken, besefte ik dat werken binnen de interieursector niet mijn ding was. Ik ging illustratie volgen aan de academie op de avondschool en kon daar mijn hart aan ophalen. Het idee dat het me niet zou lukken, zat er helaas wel hard ingebakken. Het duurde nog zo’n 15 jaar voor ik echt een portfolio begon op te bouwen met eigen werk. Door mijn werk via social media te delen, kreeg ik een mail van Lemniscaat met de vraag of ik zin had om een prentenboek te illustreren. Bij wijze van test maakte ik een storyboard en één uitgewerkte spread. Zo is het allemaal echt begonnen. Sindsdien weet ik dat je niet zomaar moet geloven dat iets niet zal lukken. Altijd proberen, er lukt meer dan je denkt. 

Waar krijg je inspiratie van?

De meeste inspiratie vind ik in mijn directe omgeving. Een slak of rups oberveren in de tuin. Een boom met vreemde vorm tijdens een wandeling. Een verhaal van mijn eigen kinderen. Een interessant kleurenpalet. Een foto met mooie sfeer of belichting. Dit kan allemaal inspireren tot het maken van een beeld waarin het verhaal, de boom of de slak uiteindelijk een heel andere wending krijgen.

Er zijn ook heel veel illustratoren wier werk ik bewonder. Er is zoveel mooi werk en daar kun je ook door beïnvloed worden. Tegelijkertijd is het dan vaak zoeken om met die inspiratie je eigen ding te doen, zodat het wel weer een illustratie of een idee van Evy wordt.

Inspiratie uit de natuur of mijn eigen omgeving vind ik daarom wel makkelijker te verwerken.  

Door met andere illustratoren in contact te komen put ik inspiratie uit hun manier van werken of de weg die ze hebben afgelegd als illustrator. Dat is vaak een motivatie om te blijven doorgaan. 

Heb je een voorbeeld (een persoon of een boek)?

Op de terugweg van de kinderboekenbeurs van Bologna zat ik in de luchthaven naast Mark Janssen. Ik was, zoals vaak, overweldigd door het vele prachtige werk dat ik gezien had op de beurs. Na een fijn praatje met Mark, waarin hij ook een blik wierp op zijn parcours, ging ik weer met extra veel moed naar huis om te blijven doorgaan.

Heb je een ritueel als je begint met illustreren?

Eerder structuur en discipline. Als de kinderen op school zijn begin ik te werken. Een rustig huis, een muziekje op de achtergrond en mijn vast plekje aan de keukentafel vind ik heerlijk. Zo werk ik door tot het tijd is om de kinderen te gaan halen.

Heb je weleens een illustratorsblok gehad? Wat heb je gedaan om eruit te komen?

Als ik geen inspiratie heb, dan helpt het me om iets waarheidsgetrouw te tekenen. Een soort stilleven of portret of landschap. Door helemaal in de flow van het tekenen te komen, komt ook de inspiratie. Halverwege het portret of stilleven bedenk ik me dan plots dat dat vaasje wel grappig zou zijn met benen of dat dat oor eigenlijk best lijkt op een arm of neus. In het landschap zit een boom die dan ineens een ander soort gedaante kan aannemen. Of de sfeer van de kleuren versterkt een bepaald gevoel, waardoor er ook weer een verhaal ontstaat.

Wat is het raarste verhaal waaraan je ooit hebt gewerkt waar je niks mee hebt gedaan?

Een eigen verhaal. Ik schreef een soort van verhaal, maar het lukt me (nog) niet om er prenten bij te bedenken. Ik heb er ook nog niet de tijd voor genomen. Het zit dus nog een beetje te rusten in een mapje op mijn computer. Ik krijg op dit moment meer tekeninspiratie van verhalen van anderen.

Wat is het tofste dat je hebt meegemaakt als illustrator?

Ik vind alles tot nu toe zo tof. Het is drie jaar geleden dat Schatkamer verscheen en sindsdien ben ik nog steeds vol verwondering. In het begin veel te onzeker. Ondertussen vind ik veel meer rust en vertrouwen in het illustreren. Ik denk dat ik dat wel de leukste evolutie vind.

Waar wil je ooit nog een boek over maken?

Rond gevoelens, onzekerheid of gaan voor je droom. Thema’s waar ik me zelf mee verbonden voel. Of een prentenboek met dieren, want daar word ik altijd vrolijk van. Of illustraties maken bij een leesboek voor oudere kinderen. Dat heb ik nog nooit gedaan.

Van alles wat je hebt meegemaakt en bereikt als illustrator, waar ben je het meest trots op?

Papa, ik mis je en Mama, ik mis je vond ik een hele uitdaging. De illustraties moesten meer in de diepte gaan en je weet vooraf niet of het echt zal lukken om anderen te raken. Als je dan hoort dat mensen er wel degelijk iets aan hebben, dan is dat zo bijzonder. 

Als je lezers één ding meenemen na het lezen of bekijken van je boeken, wat zou je graag willen dat dat is?

Maak er je eigen verhaal van. Ik denk dat verschillende mensen andere dingen uit mijn illustraties kunnen halen en dat vind ik mooi. Dat de beelden aanspreken op de manier die voor hen juist voelt.

Bekijk alle makers

Benieuwd naar de auteurs, illustratoren en vertalers die verbonden zijn aan Uitgeverij Lemniscaat? Wij stellen ze graag aan je voor!